Wat is de overeenkomst tussen insuline, bier en biologisch afbreekbaar plastic? Op het eerste gezicht niet veel. Maar aan de basis van deze en veel andere toepassingen ligt de levende cel. Deze ‘kleinste bouwsteen van het leven’ is hét centrale begrip dat je gaat bestuderen in de opleiding Life Science and Technology (LST).

Zo leer je te doorgronden hoe de cel is opgebouwd, welke processen zich in de cel afspelen en hoe verstoring kan leiden tot bijvoorbeeld gezondheidsproblemen of ziektebeelden. Op grond hiervan kan worden bedacht hoe de werking van cellen te beïnvloeden is, wat kan leiden tot toepassingen. Met kennis van de moleculaire processen in en tussen cellen én inzichten in het besturen en beïnvloeden ervan lever je met LST een belangrijke bijdrage aan een gezonde en schonere wereld. LST is een gezamenlijke opleiding van de Universiteit Leiden en de TU Delft. Je profiteert van de kennis en faciliteiten van twee universiteiten.

Over de opleiding

LST biedt een uniek onderwijsprogramma dat zich richt op de levende cel. Je profiteert van gecombineerde kennis en faciliteiten van de Universiteit Leiden en TU Delft, want het is een gezamenlijke opleiding (joint degree).

Om LST te kunnen studeren, moet je interesse hebben in bètavakken. Daarnaast moet je analytisch en abstract kunnen denken en eveneens van praktisch werk houden. Je moet goed kunnen samenwerken en over een flinke dosis nieuwsgierigheid en doorzettingsvermogen beschikken, want de studie vraagt veel van je.

Wat ga ik leren?

Binnen de opleiding LST combineer je vakken, waarbij je de cellen van mensen, planten, dieren en micro-organismen bestudeert vanuit verschillende invalshoeken met bètavakken. Je doet kennis en vaardigheden op in de moleculaire en cellulaire biologie en je krijgt een sterke basis in de bètavakken scheikunde, wiskunde en natuurkunde.

De combinatie van kennis en vaardigheden leer je inzetten in onderzoek naar bijvoorbeeld nieuwe medicijnen, betere voedingsmiddelen of herkenning van schadelijke stoffen in het milieu door bacteriën om ze af te breken. Je leert hoe je naar technologische toepassingen kan werken bijvoorbeeld voor verbeterde diagnostica, om algen om te vormen naar producenten van biobrandstof of om bacteriële enzymen te gebruiken in dagcrèmes.