Terug naar het overzicht

Uitgelicht: voedsel, natuur en leefomgeving

Ben jij graag buiten in de natuur? Heb of wil jij een moestuin? Hou je van verse groenten, paddenstoelen plukken in het bos, wandelen in de natuur én dieren? Dan is een opleiding in de richting Voedsel, Natuur en Leefomgeving wellicht iets voor jou! We leggen uit wat deze sector inhoudt, wat je kunt leren, welke opleidingen er zijn én waarom het echt iets voor jou kan zijn.

Wat is de sector voedsel, natuur en leefomgeving? 

In dit vakgebied leer je werken met alles wat te maken heeft met onze aarde. Denk aan het verzorgen van planten en dieren, maar ook het bewerken van voedsel. Je kan leren hoe je parken en tuinen onderhoudt, hoe je vijvers aanlegt óf hoe je ziektes herkent bij bomen en deze verzorgt. Duurzaamheid speelt hierbij een grote rol: je draagt een steentje bij aan een leefbare omgeving met schone lucht, schoon water én een gezonde natuur. De sector is heel breed en je kan alle kanten op. Van land- en tuinbouw tot dierverzorging, voedselproductie en milieubeheer. Het is een praktische richting waarin je veel werkt in de buitenlucht en met je handen bezig bent. Geen een dag is hetzelfde. 

Opleidingen 

Binnen deze sector vallen verschillende mbo-opleidingen, elk met hun eigen expertise. Bijvoorbeeld: 

  • Medewerker natuur, water en recreatie (niveau 1-2): Je leert planten, bloemen, vijvers, groen aanleggen en onderhouden.
  • Medewerker hovenier (niveau 2): Met je handen in de aarde, bestrating leggen, bomen snoeien, machines gebruiken.

  • Boomverzorging (niveau 3): Je leert alles over bomen: van snoeien en planten tot het veilig werken op hoogte en het herkennen van boomziekten. 
  • Inspecteur (onderzoeker) leefomgeving (niveau 4): Je gaat onderzoek doen naar milieu, regels toepassen, zorgen dat bedrijven en natuur zich goed gedragen.

  • Dierverzorging (niveau 2-4): Je leert hoe je huisdieren, landbouwhuisdieren of dieren in opvangcentra goed verzorgt, voert en observeert.
  • Voeding & Technologie (niveau 2-4): Werken in de voedselindustrie, produceren, kwaliteit bewaken, technologie gebruiken rondom voeding.

Wat leer je precies (vakken & vaardigheden)

Tijdens je opleiding leer je veel verschillende vaardigheden. Denk aan het onderhouden van planten en groen, het gebruiken van machines en gereedschap, het verzorgen van dieren en het veilig werken in de buitenlucht. Daarnaast ontwikkel je sociale vaardigheden zoals samenwerken met collega’s, plannen en communiceren. Naast de praktijkvakken krijg je ook algemene vakken zoals Nederlands, rekenen en burgerschap. Die helpen je om later goed te kunnen functioneren op de werkvloer en in de samenleving.

Wanneer je eenmaal in het werkveld aan de slag gaat, kun je allerlei taken uitvoeren. Bijvoorbeeld:

  • zorgen dat een groenstrook netjes is aangelegd;

  • helpen bij de voeding of verzorging van dieren;

  • controleren of bedrijven zich aan milieuregels houden;

  • werken in de voedselketen: van boer tot bord;

  • ontwerpen van tuinen of natuurgebieden;

  • bijdragen aan een gezonde leefomgeving.

Is deze sector iets voor jou?

Begint het al te kriebelen? Om zeker te weten dat deze opleiding bij je past kan je naar een open dag gaan of zelfs een dagje proef studeren! Het is belangrijk om je tijdig te oriënteren en je af te vragen of een opleiding in deze richting bij je past. Om je op weg te helpen hebben wij wat vragen bedacht; 

  • Werk ik het liefst praktisch en buiten in plaats van alleen in een lokaal?

  • Vind ik groen, natuur, dieren of voedselproductie interessant?

  • Wil ik iets doen wat zichtbaar is — iets bouwen, maken, onderhouden?

  • Wil ik bijdragen aan iets wat goed is voor de omgeving of maatschappij?

  • Ben ik bereid ook vakken te doen zoals rekenen en Nederlands, maar vooral ook dingen in de praktijk te leren?

Als je op een aantal van deze vragen “ja” hebt geantwoord, dan is de richting “Voedsel, natuur en leefomgeving” een goede kandidaat.

Vervolgstappen

  • Bezoek open dagen van scholen die deze sector aanbiedt, zo kun je voelen of de sfeer klopt. 
  • Praat met studenten of docenten: hoe is de praktijk? Wat vinden zij leuk en lastig?

  • Kijk welke niveau-opleiding bij jou past (1, 2, 3 of 4).

  • Check welke toelatingseisen er zijn: vaak geldt dat je van vmbo naar mbo gaat, let op profielkeuze en minimale cijfers.

  • Denk na over je toekomst: wil je na deze opleiding werken, of doorstromen? Welke baan spreekt je aan?

De sector Voedsel, natuur en leefomgeving biedt jou de kans om te leren in de praktijk, buiten, met groen, dieren, voedsel of natuurgebieden. Het is een sector vol variatie, met mogelijkheden van basisniveau tot specialistniveau.

Weten of deze studie bij je past? Doe de test!